| ontwikkelthema_cbs_de_broekhof.pdf |
Beginsituatie Cbs. de Broekhof
CBS De Broekhof heeft aangegeven dat zij handvaardigheid- en tekenlessen (meer) willen integreren in het werken met MI-projecten. Deze creatieve vakken integreren vinden zij echter geen eenvoudige zaak: Tijdens het werken vanuit MI komt vooral het toepassen van technische vaardigheden aan bod, maar het proces van aanleren van technieken komt onvoldoende uit de verf.
Door techniek- en MI-projecten te ontwikkelen en een keuze te maken in samenhang van lesactiviteiten en producten aan de hand van leerlijnen, hopen Ebbers en van de Kamp (2010) structuur aan te brengen in het handvaardigheid- en techniek aanbod voor onderbouw, middenbouw en bovenbouw, zodat alle aspecten van technieken op de basisschool in een vloeiende lijn aan bod komen.
De wensen van de leerkrachten (groep 1 t/m groep 8)
Interview:
· Hoe denkt u over de MI-doe-kaart op dit moment? (Hoe werken de leerlingen er mee? Worden de handvaardigheidtechnieken voldoende toegepast?
· Komen de doe-kaarten overeen met de leerlijnen?
· Hoeveel techniekmiddagen zou u willen per jaar?
· Wat verwacht u van de vernieuwde MI-(doe)kaarten?
· Waar loopt u tegen aan (aantal techniekmiddagen, kaarten die onvolledig zijn)?
· Wat zijn daarin uw wensen en verwachtingen?
De Gouden map:
CBS De Broekhof werkt vanuit het beleidsdocument ‘Het VierKeerWijzer-traject’. Dit document zorgt voor borging en een doorgaande lijn door de gehele school. In deze map staan duidelijke uitgangspunten en afspraken hoe Meervoudige Intelligentie verwerkt wordt vanaf groep 1 t/m groep 8. Met de uitgangspunten zal CBS De broekhof met MI o.a. het volgende bereiken:
· Grotere betrokkenheid en motivatie bij kind en leerkracht;
· Keuzevrijheid wordt gestimuleerd
· Taakgerichtheid door het werken met het VierKeerWijzer-model;
· Extra oefening van taal en woordenschat (combinatie MI met thema);
· Een doorgaande lijn in de school;
· Een hoger leerrendement, met name op lange termijn;
· Vaardigheden die ontwikkeld worden zowel bij de leerkracht als bij het kind.
· Niet de methode is leidend , maar het kind. De leeromgeving past zich bij hem of haar aan.
· Ieder kind kan zich competent voelen omdat zij gebruik maken van talenten, kwaliteiten/intelligenties en leerpunten.
· Iedere leerling haalt de minimumdoelen van een vak
· Door de periodisering krijgen leerlingen de tijd om zich echt te verdiepen in het onderwerp.
· Etc.
De VIER stappen van VierKeerWijzer staan voor:
V: De V staat voor vragen waar de leerlingen aan het eind van het project antwoorden op moeten hebben gevonden. Deze vragen worden beschreven op het vragenbord.
I: De I staat voor Inbreng van de leerling. Hierin wordt geïnformeerd naar de voorkennis van de leerlingen door middel van bijvoorbeeld een woordspin. Iedere leerling krijgt een strook met zijn eigen vragen. Dit wordt geschreven op verschillende kleuren (stroken). Hiermee wordt hij/zij eigenaar van zijn eigen vragen.
E: E staat voor Ervaren en Experimenteren. De leerlingen kiezen voor een kaart waarmee zij gaan werken en kunnen aan de slag gaan. De materialen liggen klaar in bakken met de desbetreffende materialen die nodig zijn bij de MI-kaart. Naast de MI-keuzemomenten is het belangrijk om ook klassikale activiteiten en lessen te hebben. Zoals: Excursies, instructies, verhalen, externe deskundigen, films, etc. Volgens VierKeerWIjzer is het belangrijk dat de leerling zoveel mogelijk zelfstandig werkt zodat de leerkracht tijd heeft om de leerlingen te begeleiden.
R: De R staat voor Resultaat en Reflectie. Na iedere les zal er gereflecteerd worden hoe de les verliep. De leerlingen presenteren tussendoor en aan het einde van het project hun opbrengsten.
In de Gouden map staan geschiedenis, aardrijkskunde en natuur centraal. Deze onderwerpen worden verwerkt in thema’s.
Bijvoorbeeld natuur:
Groep 5: Huisdieren, Mijn lichaam, Herfst, Sloot en plas.
Groep 6: Herfst, Insecten, Mijn lichaam, Het weer.
Groep 7: Bomen en planten in de buurt, Dieren in de winter, Mijn lichaam en Afval.
Groep 8: Klimaten op de wereld, Mijn lichaam, De ruimte en Dieren op de wereld.
Onder deze thema’s vallen deelgebieden en over deze deelgebieden zijn MI-Kaarten ontworpen. De MI-kaarten voor geschiedenis zijn gekocht bij M. Bastmeijer. De rest van de MI-kaarten zijn zelf door De Broekhof ontworpen. Ebbers en van de Kamp zullen zich richten op de Doe-kaarten van de onderwerpen.
Beleidsplan van CBS De Broekhof:
Groep 1 en 2
In groep 1 en 2 worden de principes van MI toegepast in de verschillende thema’s waarmee gewerkt wordt zoals het thema: Ik en herfst. De opdrachten op het planbord passen bij de verschillende intelligenties.
Groep 3
In groep 3 wordt gewerkt met een combinatie van het hoekenwerk uit groep ½ en de MI-projecten zoals die in de hogere groepen worden gebruikt.
Groep 4 – Groep 8
In groep 4 tot en met groep 8 worden projecten uitgevoerd, gebaseerd op de principes van Meervoudige Intelligentie. Het uiteindelijke doel is om per jaar 12 projecten te draaien. Iedere vier weken een nieuw project. Per week worden 2 tot 3 middagen aan het project gewerkt.
Toetsing:
In groep 3 en 4 wordt er mondeling getoetst. Vanaf groep 5 t/m groep 8 worden de toetsen mondeling of
schriftelijk afgenomen worden. De toetsen zijn gerelateerd aan de kerndoelen van TULE.
Aanpassingen naar de leerlijn door Iselinge Studenten:
Binnen de M.I. projecten komt veel creativiteit terug bij de leerlingen, maar deze opdrachten/kaarten komen niet overeen met de leerlijn van Handvaardigheid. Het is de taak aan F. van de Kamp en D. Ebbers hier een doorlopende lijn van te maken.
